ECLI:NL:HR:2022:1010

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 juli 2022
Publicatiedatum
4 juli 2022
Zaaknummer
20/04056
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie van het openbaar ministerie tegen niet-ontvankelijkverklaring in vervolging na groot tijdsverloop

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 juli 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 24 november 2020. Het openbaar ministerie had cassatie ingesteld tegen de beslissing van het hof om het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging van de verdachte, die in 1985 is geboren. De Hoge Raad heeft het cassatiemiddel van het openbaar ministerie gegrond verklaard, waarbij verwezen werd naar de eerder uitgesproken uitspraak in de zaak 20/04054 (ECLI:NL:HR:2022:1009). De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd en de zaak teruggeworpen naar het gerechtshof 's-Hertogenbosch voor een nieuwe behandeling. Dit arrest benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afweging van de belangen van de verdachte en de vervolging, vooral in gevallen met een groot tijdsverloop. De beslissing van de Hoge Raad is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de grenzen van de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in vervolgingen verduidelijkt.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer20/04056
Datum12 juli 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 24 november 2020, nummer 20-003621-11, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door het openbaar ministerie. Het heeft bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De raadslieden van de verdachte, R.J. Baumgardt, P. van Dongen en S. van den Akker, allen advocaat te Rotterdam, hebben het beroep van het openbaar ministerie tegengesproken.
De advocaat-generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het hof ’s-Hertogenbosch, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt over de beslissing van het hof tot niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie in de vervolging van de verdachte.
2.2
Het cassatiemiddel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in het arrest dat de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in de zaak 20/04054, ECLI:NL:HR:2022:1009.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof ’s-Hertogenbosch, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en C. Caminada, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
12 juli 2022.