ECLI:NL:HR:2021:980

Hoge Raad

Datum uitspraak
6 juli 2021
Publicatiedatum
21 juni 2021
Zaaknummer
19/05952
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging en terugwijzing van een arrest wegens ontbrekende pleitnota in hoger beroep

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 juli 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 24 december 2019 was gewezen. De verdachte, geboren in 1988, had beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door advocaat J. Kuijper. De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens concludeerde tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Zwolle, voor herbehandeling van de zaak.

De Hoge Raad oordeelde dat de pleitnota, die door de raadsman op de terechtzitting in hoger beroep op 11 december 2019 was overgelegd, niet in de stukken van het geding aanwezig was. Dit leidde tot de conclusie dat de Hoge Raad niet kon nagaan of er meer verweren of standpunten naar voren waren gebracht dan die in de uitspraak van het hof waren vermeld. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het cassatiemiddel slaagde, omdat het ontbreken van de pleitnota de rechtsgang had geschaad.

Daarom heeft de Hoge Raad de uitspraak van het hof vernietigd en de zaak teruggeworpen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht en afgedaan. Dit arrest benadrukt het belang van de beschikbaarheid van processtukken in het kader van een eerlijke rechtsgang.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer19/05952
Datum6 juli 2021
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 24 december 2019, nummer 21-005124-18, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J. Kuijper, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur en aanvullende schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schrifturen zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof ArnhemLeeuwarden, zittingsplaats Zwolle, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt dat het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 11 december 2019 en de naar aanleiding daarvan gedane uitspraak nietig zijn, omdat de pleitnota die op deze terechtzitting in hoger beroep door de raadsman aan het hof is overgelegd, zich niet bij de stukken van het geding bevindt.
2.2
Volgens het proces-verbaal van die terechtzitting heeft de raadsman van de verdachte het woord tot verdediging gevoerd. Het proces-verbaal houdt het volgende in:
“De raadsman voert het woord tot verdediging overeenkomstig zijn pleitnotities, welke aan het hof zijn overgelegd en aan dit proces-verbaal zijn gehecht.”
2.3
De pleitnota die in het proces-verbaal is vermeld, ontbreekt bij de stukken die aan de Hoge Raad zijn gezonden. Naar aanleiding van een door de raadsvrouw op grond van artikel 4.3.6.3 van het Procesreglement Hoge Raad der Nederlanden gedaan verzoek is bij het hof nadere informatie ingewonnen. Op grond van die informatie moet worden aangenomen dat die pleitnota niet meer beschikbaar zal komen. De Hoge Raad kan daardoor niet nagaan of op de terechtzitting meer verweren zijn gevoerd dan wel of daar meer uitdrukkelijk onderbouwde standpunten naar voren zijn gebracht dan die in de uitspraak van het hof zijn vermeld. Het cassatiemiddel slaagt daarom.

3.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel

Gelet op de beslissing die hierna volgt, is bespreking van het cassatiemiddel niet nodig.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren M.J. Borgers en C. Caminada, in bijzijn van de waarnemend griffier B.C. BroekhuizenMeuter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
6 juli 2021.