ECLI:NL:HR:2021:858

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 juni 2021
Publicatiedatum
9 juni 2021
Zaaknummer
20/00009
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over tekortkoming in contractuele verplichtingen tussen hotelexploitant en investeerders

In deze zaak hebben de eisers, Readen c.s., beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 1 oktober 2019. De eisers zijn vertegenwoordigd door hun advocaat J. de Jong van Lier. De verweerder is niet verschenen, en er is verstek verleend. De Hoge Raad heeft de klachten van de eisers over het arrest van het hof beoordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, waarbij het niet nodig is om te motiveren waarom de klachten niet gegrond zijn. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal B.F. Assink gevolgd, die strekte tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de verweerder zijn begroot op nihil. Het arrest is gewezen op 11 juni 2021 en openbaar uitgesproken door raadsheer M.J. Kroeze.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer20/00009
Datum11 juni 2021
ARREST
In de zaak van
1. READEN HOLDING CORPORATION LTD.,
gevestigd te Henderson, Nevada, Verenigde Staten van Amerika,
2. [eiser 2],
wonende te [woonplaats],
3. [eiser 3],
wonende te [woonplaats], België,
EISERS tot cassatie,
hierna gezamenlijk: Readen c.s.,
advocaat: J. de Jong van Lier,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
hierna: [verweerder],
niet verschenen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de vonnissen in de zaak C/16/421048/HA ZA 16-591 van de rechtbank Midden-Nederland van 28 december 2016, 22 februari 2017 en 31 mei 2017;
de arresten in de zaak 200.225.811 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 8 januari 2019 en 1 oktober 2019.
Readen c.s. hebben tegen het arrest van het hof van 1 oktober 2019 beroep in cassatie ingesteld.
Tegen [verweerder] is verstek verleend.
De zaak is voor Readen c.s. toegelicht door hun advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.F. Assink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Readen c.s. heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt Readen c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren H.M. Wattendorff en F.R. Salomons, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op
11 juni 2021.