ECLI:NL:HR:2021:821
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over informatiebeschikking en administratieplicht in belastingrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 juni 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over een informatiebeschikking die was gegeven aan belanghebbende, vertegenwoordigd door L.J. de Rijke. De zaak betreft een beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 25 april 2019, waarin het Hof de informatiebeschikking had vernietigd op basis van een vermogensvergelijking die niet was overgelegd door de Inspecteur. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende over de uitspraak van het Hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet tot vernietiging van de uitspraak konden leiden. Echter, ambtshalve heeft de Hoge Raad geconstateerd dat het Hof onjuist had geoordeeld over de informatiebeschikking. De Hoge Raad oordeelde dat de informatiebeschikking in stand kon blijven, ondanks het feit dat het Hof een onderdeel daarvan had vernietigd. Dit omdat de overige feiten en omstandigheden voldoende grondslag boden voor de vaststelling dat niet was voldaan aan de administratieplicht volgens artikel 52 AWR.
De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd, behoudens de beslissingen omtrent het griffierecht en de proceskosten, en heeft de uitspraak van de Rechtbank bevestigd. Tevens is de Staatssecretaris van Financiën opgedragen om het griffierecht van € 128 aan belanghebbende te vergoeden. De beslissing is genomen door de raadsheren P.M.F. van Loon, E.F. Faase en J.A.R. van Eijsden, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski.