Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
4.Beslissing
18 mei 2021.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 mei 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1975, was betrokken bij het medeplegen van het aanwezig hebben van ongeveer 19 kilo amfetamine in zijn woning, evenals het voorhanden hebben van twee traangasbusjes en een ploertendoder. De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de opgelegde straf, en tot vermindering daarvan naar de gebruikelijke maatstaf. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak, met uitzondering van de opgelegde gevangenisstraf. Het tweede cassatiemiddel, dat betrekking had op de overschrijding van de redelijke termijn in de cassatiefase, werd gegrond verklaard. Dit leidde tot een vermindering van de opgelegde gevangenisstraf van 27 maanden naar 26 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd, maar het beroep voor het overige verworpen.