Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
3.Beoordeling van de overige cassatiemiddelen
4.Beslissing
20 april 2021.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 april 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft diefstal van een fiets door de verdachte, die op 31 oktober 2017 in Nijemirdum handelde. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, waarbij haar advocaat, S.F.W. van ’t Hullenaar, cassatiemiddelen heeft voorgesteld. De advocaat-generaal, T.N.B.M. Spronken, heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het gerechtshof.
De Hoge Raad heeft zich in het bijzonder gericht op de voorwaardelijke verzoeken van de raadsman van de verdachte om nader onderzoek naar GPS-metingen en om een plaatsopneming te houden. Het hof had deze verzoeken buiten behandeling gelaten, omdat de raadsman deze niet op de terechtzitting in hoger beroep had voorgedragen. De Hoge Raad oordeelt echter dat het oordeel van het hof niet begrijpelijk is, aangezien het proces-verbaal van de terechtzitting niet inhoudt dat de raadsman zijn pleitnota niet volledig heeft voorgedragen.
Daarnaast heeft de Hoge Raad vastgesteld dat het verzoek om plaatsopneming een verzoek tot het houden van een schouw is, waarvoor een uitdrukkelijke beslissing vereist was. Het hof heeft in zijn uitspraak geen beslissing genomen op dit verzoek. Gezien deze tekortkomingen heeft de Hoge Raad de uitspraak van het hof vernietigd en de zaak terugverwezen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor een nieuwe behandeling.