Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
4.Beoordeling van het derde cassatiemiddel
5.Beslissing
13 april 2021.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 april 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 7 juni 2018. De verdachte, geboren in 1967, was betrokken bij een criminele organisatie die zich bezighield met het illegaal verhandelen van auto’s. De Hoge Raad heeft het beroep ingesteld door de verdachte, waarbij de advocaten R.J. Baumgardt, P. van Dongen en S. van den Akker betrokken waren. De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, met name wat betreft de duur van de opgelegde straf en de toepassing van vervangende hechtenis bij schadevergoedingsmaatregelen.
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. Echter, het cassatiemiddel dat betrekking had op de vervangende hechtenis bij de schadevergoedingsmaatregel slaagde. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd voor zover vervangende hechtenis was toegepast, en heeft bepaald dat gijzeling van gelijke duur kan worden toegepast. Daarnaast is de opgelegde taakstraf verminderd vanwege een overschrijding van de redelijke termijn in de cassatiefase, wat leidde tot een vermindering van de taakstraf met dertig uren.
In de beslissing heeft de Hoge Raad de uitspraak van het hof vernietigd, de taakstraf verminderd naar 170 uren en de duur van de vervangende hechtenis aangepast. Het beroep werd voor het overige verworpen.