ECLI:NL:HR:2021:530

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 april 2021
Publicatiedatum
8 april 2021
Zaaknummer
20/00085
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie van Qatar Airways tegen passagiers over compensatie voor vertraagde vlucht

In deze zaak heeft Qatar Airways, gevestigd te Doha, Qatar, cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft een groep passagiers die gezamenlijk compensatie eisen voor een vertraagde vlucht op basis van EU-verordening 261/2004. De passagiers hebben gezamenlijk een dagvaarding ingediend, waarbij het schadebedrag per passagier onder de appelgrens van artikel 332 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering ligt. De centrale vraag in deze procedure is of de luchtvaartmaatschappij ontvankelijk is in het hoger beroep tegen het toewijzende vonnis van de kantonrechter.

De Hoge Raad heeft de klachten van Qatar Airways over het arrest van het hof beoordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. Het is niet nodig om te motiveren waarom dit oordeel is gegeven, aangezien de beoordeling van de klachten niet vereist dat er antwoord wordt gegeven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

De Hoge Raad heeft het beroep van Qatar Airways verworpen en de luchtvaartmaatschappij veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de passagiers zijn begroot op nihil. Dit arrest is gewezen op 9 april 2021 en openbaar uitgesproken door raadsheer M.J. Kroeze.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer20/00085
Datum9 april 2021
ARREST
In de zaak van
QATAR AIRWAYS (Q.C.S.C.),
gevestigd te Doha, Qatar,
EISERES tot cassatie,
hierna: Qatar Airways,
advocaat: M.E. Bruning,
tegen
1. [passagier 1], voor zich en in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger voor zijn minderjarige kinderen [passagier 2] en [passagier 3],
wonende te [woonplaats],
2. [passagier 4],
wonende te [woonplaats],
3. [passagier 5],
wonende te [woonplaats],
4. [passagier 6],
wonende te [woonplaats],
5. [passagier 7],
wonende te [woonplaats],
6. [passagier 8],
wonende te [woonplaats],
7. [passagier 9],
wonende te [woonplaats],
8. [passagier 10],
wonende te [woonplaats],
9. [passagier 11],
wonende te [woonplaats],
10. [passagier 12],
wonende te [woonplaats]
11. [passagier 13],
wonende te [woonplaats],
12. [passagier 14],
wonende te [woonplaats].
13. [passagier 15],
wonende te [woonplaats],
14. [passagier 16], voor zich en in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger voor haar minderjarige kinderen [passagier 17] en [passagier 18],
wonende te [woonplaats],
15. [passagier 19],
wonende te [woonplaats]
16. [passagier 20],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: [de passagiers],
niet verschenen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
het vonnis in de zaak 6077001 / CV EXPL 17-5408 van de kantonrechter te Haarlem van 13 juni 2018;
het arrest in de zaak 200.246.587/01 van het gerechtshof Amsterdam van 8 oktober 2019.
Qatar Airways heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Tegen [de passagiers] is verstek verleend.
De zaak is voor Qatar Airways toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.J. Drijber strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Qatar Airways heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt Qatar Airways in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [de passagiers] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock en A.E.B. ter Heide, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op
9 april 2021.