In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 april 2021 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van de Stichting Fonds Scholing en Ordening voor het Besloten Busvervoer (FSO) tegen het arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 14 mei 2019. FSO, vertegenwoordigd door advocaat F.I. van Dorsser, stelde dat de inzet van vrijwilligers in strijd is met de CAO voor Besloten Busvervoer en dat er sprake is van een schijnconstructie die beroepschauffeurs verdringt. De tegenpartij, Stichting Rolerisuit, vertegenwoordigd door advocaat M.B.A. Alkema, heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad heeft de klachten van FSO over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de ontwikkeling van het recht. Het incidentele beroep behoeft geen behandeling, omdat het afhankelijk was van de uitkomst van het principale beroep. De Hoge Raad heeft het principale beroep verworpen en FSO veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 882,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.