Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
3.Beoordeling van de overige cassatiemiddelen
4.Beslissing
30 maart 2021.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam, waarin de verdachte is veroordeeld voor een poging tot bevrijding van een gedetineerde uit de gevangenis in Roermond met behulp van een helikopter. De Hoge Raad heeft op 30 maart 2021 uitspraak gedaan in deze zaak, onder nummer 20/01095. De verdachte, geboren in 1996, heeft het cassatieberoep ingesteld, waarbij zijn advocaten R.J. Baumgardt, P. van Dongen en S. van den Akker betrokken zijn. De advocaat-generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft het tweede cassatiemiddel beoordeeld, dat zich richtte tegen het oordeel van het hof over het begin van uitvoering van de poging tot bevrijding. De Hoge Raad oordeelt dat het cassatiemiddel niet leidt tot cassatie, en verwijst naar de redenen die zijn vermeld in een eerder arrest (ECLI:NL:HR:2021:389). De overige cassatiemiddelen zijn eveneens beoordeeld, maar leiden niet tot vernietiging van de uitspraak van het hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht.
Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de verdachte, en dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting.