ECLI:NL:HR:2021:482

Hoge Raad

Datum uitspraak
30 maart 2021
Publicatiedatum
26 maart 2021
Zaaknummer
20/00997
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot bevrijding van een gedetineerde met een helikopter

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 maart 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 6 maart 2020. De zaak betreft een poging tot bevrijding van een gedetineerde uit de gevangenis in Roermond met behulp van een helikopter. De verdachte, geboren in 1997, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het hof. De advocaat A.A. Franken heeft namens de verdachte cassatiemiddelen voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht. De advocaat-generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft het tweede cassatiemiddel beoordeeld, dat onder meer inging op het oordeel van het hof over het begin van uitvoering van de bevrijding. De Hoge Raad oordeelde dat het cassatiemiddel in zoverre niet tot cassatie leidt, en verwees naar de redenen die zijn vermeld in een eerder arrest (ECLI:NL:HR:2021:389). Daarnaast heeft de Hoge Raad ook de overige klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien dit niet nodig was voor de eenheid of ontwikkeling van het recht.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, en dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer20/00997
Datum30 maart 2021
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 6 maart 2020, nummer 23-004184-18, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1997,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft A.A. Franken, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel komt onder meer op tegen het oordeel van het hof dat ter zake van het onder 2 subsidiair tenlastegelegde sprake is van een begin van uitvoering van - kort gezegd - bevrijding van een gevangene.
2.2
Het cassatiemiddel leidt in zoverre niet tot cassatie. De redenen daarvoor staan vermeld in het arrest dat de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in de zaak ECLI:NL:HR:2021:389.

3.Beoordeling van de cassatiemiddelen voor het overige

De Hoge Raad heeft ook de overige klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat ook deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

4.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
30 maart 2021.