ECLI:NL:HR:2021:481

Hoge Raad

Datum uitspraak
30 maart 2021
Publicatiedatum
26 maart 2021
Zaaknummer
20/00995
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen veroordeling voor poging tot bevrijding van een gedetineerde

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam, waarin de verdachte is veroordeeld voor poging tot bevrijding van een gedetineerde. De Hoge Raad heeft op 30 maart 2021 uitspraak gedaan in deze zaak, met nummer 20/00995. De verdachte, geboren in 1963, heeft geprobeerd een gedetineerde uit de gevangenis in Roermond te bevrijden met behulp van een helikopter. De advocaat van de verdachte, P.H.L.M. Souren, heeft cassatiemiddelen voorgesteld, maar de advocaat-generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de cassatiemiddelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet leiden tot cassatie. De redenen hiervoor zijn te vinden in een eerder arrest (ECLI:NL:HR:2021:389) dat op dezelfde dag is uitgesproken. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de klachten over de uitspraak van het hof niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak, en heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien dit niet nodig was voor de ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer20/00995
Datum30 maart 2021
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 6 maart 2020, nummer 23-004185-18, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1963,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft P.H.L.M. Souren, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel komt op tegen het oordeel van het hof dat ter zake van het onder 2 ten laste gelegde sprake is van een begin van uitvoering van - kort gezegd - bevrijding van een gevangene.
2.2
Het cassatiemiddel leidt niet tot cassatie. De redenen daarvoor staan vermeld in het arrest dat de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in de zaak ECLI:NL:HR:2021:389.

3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
30 maart 2021.