Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
30 maart 2021.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam, waarin de verdachte werd beschuldigd van een poging tot bevrijding van een gedetineerde uit de gevangenis in Roermond met behulp van een helikopter. De Hoge Raad heeft op 30 maart 2021 uitspraak gedaan in deze zaak, onder nummer 20/00934. De verdachte heeft het cassatieberoep ingesteld, waarbij zijn advocaat J. Kuijper een cassatiemiddel heeft voorgesteld. De advocaat-generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, waarop de raadsvrouw van de verdachte schriftelijk heeft gereageerd.
De Hoge Raad heeft het cassatiemiddel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet leidt tot cassatie. De redenen voor deze beslissing zijn te vinden in een eerder arrest van de Hoge Raad, ECLI:NL:HR:2021:389, waarin samenhang met acht andere zaken wordt besproken. De Hoge Raad heeft het beroep van de verdachte verworpen, wat betekent dat het oordeel van het gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers en A.E.M. Röttgering, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.