ECLI:NL:HR:2021:444

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 maart 2021
Publicatiedatum
25 maart 2021
Zaaknummer
20/00262
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichting van netbeheerder tot realisatie van verzwaarde aansluiting binnen termijn en discriminatieverbod Elektriciteitswet

In deze zaak heeft Liander N.V. (hierna: Liander) cassatie ingesteld tegen het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 3 december 2019. Liander, vertegenwoordigd door haar advocaat B.T.M. van der Wiel, heeft een beroep gedaan op de Hoge Raad, waarbij tegen de verweerder Nedcool B.V. verstek is verleend. De zaak betreft de verplichting van de netbeheerder om op basis van artikel 23 lid 3, onder a, van de Elektriciteitswet 1998 een verzwaarde aansluiting te realiseren binnen 18 weken na aanvraag. De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft daarbij geen motivering hoeven geven, omdat de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep verworpen en Liander veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Nedcool zijn begroot op nihil. Dit arrest is gewezen op 26 maart 2021 en openbaar uitgesproken door raadsheer M.J. Kroeze.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer20/00262
Datum26 maart 2021
ARREST
In de zaak van
LIANDER N.V.,
gevestigd te Arnhem,
EISERES tot cassatie,
hierna: Liander,
advocaat: B.T.M. van der Wiel,
tegen
NEDCOOL B.V.,
gevestigd te Kerkdriel,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Nedcool,
niet verschenen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
het vonnis in de zaak C/05/338790 /KG ZA 18-238 van de voorzieningenrechter in de rechtbank Gelderland van 25 juni 2018;
de arresten in de zaak 200.248.601 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 27 november 2018 en 3 december 2019.
Liander heeft tegen het arrest van het hof van 3 december 2019 beroep in cassatie ingesteld.
Tegen Nedcool is verstek verleend.
De zaak is voor Liander toegelicht door haar advocaat en mede door T. van Tatenhove en J.H.G. Hordijk.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.J. Drijber strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Liander heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt Liander in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Nedcool begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren G. Snijders, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op
26 maart 2021.