ECLI:NL:HR:2021:411
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie inzake interne compensatie van AOW-uitkering in inkomstenbelasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 maart 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de interne compensatie van een AOW-uitkering in de inkomstenbelasting. De belanghebbende, aangeduid als [X], had beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 21 mei 2019. Deze uitspraak betrof de navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor de jaren 2008, 2009 en 2011, alsook de aanslag voor het jaar 2010 en de bijbehorende beschikkingen inzake heffingsrente.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de Inspecteur tijdens de zitting van het Hof had verklaard af te zien van een beroep op interne compensatie met betrekking tot de AOW-uitkering. Dit leidde tot de conclusie dat de AOW-uitkering niet als belastbaar inkomen uit werk en woning kon worden aangemerkt voor de jaren 2009 en 2010. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof deze uitkering ten onrechte had meegenomen in de berekening van het belastbare inkomen.
De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd voor zover deze betrekking had op de navorderingsaanslag over het jaar 2009 en de aanslag voor het jaar 2010. De Hoge Raad heeft de navorderingsaanslag voor 2009 verminderd tot een belastbaar inkomen van € 27.700 en voor 2010 tot € 170.984. Tevens is de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende, vastgesteld op € 2.136 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.