ECLI:NL:HR:2021:342

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 februari 2021
Publicatiedatum
4 maart 2021
Zaaknummer
20/01863
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitlevering van een Chileense nationaliteit naar de Verenigde Staten t.z.v. fraude en identiteitsdiefstal

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 februari 2021 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie tegen een beslissing van de rechtbank Rotterdam van 12 juni 2020. Het beroep is ingesteld door de opgeëiste persoon, een Chileense nationaliteit, die wordt uitgeleverd aan de Verenigde Staten in verband met beschuldigingen van fraude en identiteitsdiefstal. De advocaat van de opgeëiste persoon, B. Kizilocak, heeft cassatiemiddelen voorgesteld, die zijn gehecht aan het arrest. De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de rechtbank beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de uitlevering van de opgeëiste persoon aan de Verenigde Staten kan doorgaan.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer20/01863 U
Datum2 februari 2021
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 12 juni 2020, nummer [001], op een verzoek van de Verenigde Staten van Amerika tot uitlevering
van
[de opgeëiste persoon] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1978,
hierna: de opgeëiste persoon.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de opgeëiste persoon. Namens deze heeft B. Kizilocak, advocaat te Rotterdam, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
2 februari 2021.