Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
2 maart 2021.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 maart 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 27 september 2019. De verdachte, geboren in 1971, had beroep ingesteld tegen de opgelegde schadevergoedingsmaatregel, waarbij vervangende hechtenis was opgelegd. De advocaat-generaal B.F. Keulen concludeerde tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend voor zover de vervangende hechtenis was toegepast. De Hoge Raad oordeelde dat het cassatiemiddel slaagde, en vernietigde de uitspraak van het hof voor zover deze betrekking had op de vervangende hechtenis. De Hoge Raad bepaalde dat in plaats van vervangende hechtenis, gijzeling van gelijke duur kan worden toegepast, conform artikel 6:4:20 van het Wetboek van Strafvordering. Het beroep werd voor het overige verworpen.