ECLI:NL:HR:2021:1894
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake belastingrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 december 2021 uitspraak gedaan over het beroep in cassatie ingesteld door A.F.M.J. Verhoeven te Westerhoven tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 23 februari 2021, nr. 19/00252. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie beoordeeld. De indiener van het beroepschrift werd verzocht om binnen zes weken een bewijsstuk over te leggen waaruit bleek dat hij gemachtigd was om het beroep in cassatie in te dienen. Dit verzoek werd gedaan via een aangetekende brief op 21 april 2021, die volgens Track&Trace op het opgegeven adres is afgeleverd. De indiener heeft een machtiging overgelegd, maar deze omvatte niet het instellen van beroep in cassatie. Hierdoor concludeerde de Hoge Raad dat de indiener niet bevoegd was om het beroep in cassatie in te dienen. Op basis van deze bevindingen verklaarde de Hoge Raad het beroep in cassatie niet-ontvankelijk. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.