In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 december 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door de Stichting Katholieke Universiteit (Radboud Universitair Medisch Centrum) tegen een beschikking van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft de ontbinding van een arbeidsovereenkomst met een medisch specialist, waarbij de verzoekster zich beroept op disfunctioneren van de werknemer (d-grond) en verwijtbaar handelen (e-grond). De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. De Hoge Raad heeft daarbij geen motivering hoeven geven, omdat de vragen die aan de orde waren niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
De Hoge Raad heeft het beroep van Radboudumc verworpen en de verzoekster veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerster zijn begroot op € 412,07 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris. Deze uitspraak is gedaan door de vicepresident C.A. Streefkerk als voorzitter, samen met de raadsheren C.E. du Perron en G.C. Makkink, en is openbaar uitgesproken door raadsheer H.M. Wattendorff.