In deze zaak heeft Exact Dynamics B.V. (hierna: Exact) cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft overeenkomsten met betrekking tot de gezamenlijke ontwikkeling van een robotarm, waarbij verschillende algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard. Exact heeft in cassatie geklaagd over de oordelen van het hof, maar de Hoge Raad heeft deze klachten beoordeeld en geconcludeerd dat zij niet kunnen leiden tot vernietiging van de arresten van het hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
De Hoge Raad heeft het beroep van Exact verworpen en Exact veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De kosten zijn begroot op € 6.971,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente indien Exact deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak heeft voldaan. De uitspraak is gedaan op 10 december 2021 door de Hoge Raad der Nederlanden, Civiele Kamer, en is openbaar uitgesproken door raadsheer H.M. Wattendorff.