Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep dat is ingesteld door de klager [klager 2]
3. Beoordeling van de cassatiemiddelen die namens de overige klagers zijn ingediend
4.Beslissing
7 december 2021.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep dat is ingesteld door meerdere klagers tegen een beschikking van de rechtbank Gelderland van 30 november 2020. De klagers hebben een verzoek ingediend tot teruggave van voorwerpen die in beslag zijn genomen in het kader van een rechtshulpverzoek van de Roemeense autoriteiten. De Hoge Raad heeft op 7 december 2021 uitspraak gedaan in deze zaak, onder nummer 20/04423.
De klager A heeft geen cassatiemiddelen ingediend, waardoor zijn beroep niet-ontvankelijk is verklaard. Voor de overige klagers heeft advocaat N. Gonzalez Bos cassatiemiddelen voorgesteld. De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft vervolgens de ontvankelijkheid van het beroep van klager A beoordeeld en vastgesteld dat de wettelijke termijn voor het indienen van cassatiemiddelen niet is nageleefd. Dit leidde tot de conclusie dat het beroep van klager A niet in behandeling kon worden genomen.
De Hoge Raad heeft de klachten van de overige klagers beoordeeld, maar deze konden niet leiden tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep van klager A niet-ontvankelijk verklaard en het beroep van de overige klagers verworpen.