Uitspraak
1.De uitspraak van de rechtbank
2.Procesverloop in cassatie
3.Beoordeling van het cassatiemiddel
4.Beslissing
30 november 2021.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om de uitlevering van een persoon van Albanese nationaliteit, die is veroordeeld voor fraude. De rechtbank Gelderland heeft op 16 juli 2021 de uitlevering toelaatbaar verklaard op basis van een verzoek van de Republiek Albanië. De opgeëiste persoon, geboren in 1986, is veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf door de rechtbank van Tirana voor het strafbare feit 'Fraud', zoals gedefinieerd in het Albanese Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad heeft op 30 november 2021 het beroep in cassatie van de opgeëiste persoon behandeld, waarbij de advocaat F.S. Baardman het cassatiemiddel heeft ingediend. De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, maar alleen voor zover het de toelaatbaarheid van de uitlevering betreft. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de rechtbank beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.