ECLI:NL:HR:2021:1714

Hoge Raad

Datum uitspraak
19 november 2021
Publicatiedatum
18 november 2021
Zaaknummer
21/00419
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieverzoek tot opheffing curatele en deskundigenonderzoek in personen- en familierecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 november 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een verzoek tot opheffing van curatele, zoals geregeld in artikel 1:389 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek. De verzoeker, aangeduid als 'de man', heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof. De vrouw, aangeduid als 'de vrouw', en de belanghebbenden zijn niet verschenen en hebben geen verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal P. Vlas heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep.

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. De Hoge Raad heeft daarbij opgemerkt dat het niet nodig is om te motiveren waarom tot dit oordeel is gekomen, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de beschikking van het hof in stand blijft. Deze uitspraak is van belang voor de rechtsontwikkeling binnen het personen- en familierecht, met name in zaken die betrekking hebben op curatele en de noodzaak van deskundigenonderzoek.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer21/00419
Datum19 november 2021
BESCHIKKING
In de zaak van
[de man],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
hierna: de man,
advocaat: K. Aantjes,
tegen
1. [de vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: de vrouw,
niet verschenen,
en tegen
2. [belanghebbende 2],
wonende te [woonplaats],
3. [belanghebbende 3],
wonende te [woonplaats],
4. [belanghebbende 4],
wonende te [woonplaats],
5. [de curator] B.V.,
kantoorhoudende te [vestigingsplaats],
6. [belanghebbende 6],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
hierna: de belanghebbenden,
niet verschenen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de beschikking in de zaak 8005750 VC VERZ 19-79 van de kantonrechter te Groningen van 6 december 2019;
de beschikking in de zaak 200.274.814/01 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 5 november 2020.
De man heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De vrouw en de belanghebbenden hebben geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren C.E. du Perron, als voorzitter, A.E.B. ter Heide en F.R. Salomons, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op
19 november 2021.