ECLI:NL:HR:2021:1643

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 november 2021
Publicatiedatum
3 november 2021
Zaaknummer
20/03977
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch inzake poging doodslag op 87-jarige moeder

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat op 30 november 2020 uitspraak deed in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1958. De verdachte werd beschuldigd van poging tot doodslag op zijn 87-jarige moeder. De feiten van de zaak zijn ernstig: in 2017 heeft de verdachte geprobeerd zijn moeder te doden door kussens op haar hoofd te drukken, op haar hoofd te gaan zitten en haar keel dicht te knijpen. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van het hof niet gegrond zijn. De procureur-generaal heeft de gelegenheid gekregen om advies uit te brengen, maar de Hoge Raad heeft besloten dat het beroep duidelijk niet kan slagen. Daarom heeft de Hoge Raad gebruikgemaakt van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals voorzien in artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. De uitspraak van de Hoge Raad vond plaats op 23 november 2021, waarbij de vice-president J. de Hullu als voorzitter optrad, samen met de raadsheren Y. Buruma en A.E.M. Röttgering. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de waarnemend griffier H.J.S. Kea.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer20/03977
Datum23 november 2021
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 30 november 2020, nummer 20-003678-18, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1958,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft A.M.J. Comans, advocaat te Utrecht, een schriftuur ingediend. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen. De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
23 november 2021.