Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
2 november 2021.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 november 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft een gewapende overval op een bungalowpark in Nunspeet in 2018, waarbij de verdachte is beschuldigd van medeplegen van diefstal met geweld en afpersing. De verdachte heeft in hoger beroep een verzoek gedaan om een medeverdachte als getuige te horen, maar dit verzoek werd afgewezen. De Hoge Raad moest beoordelen of deze afwijzing toereikend was gemotiveerd en of er sprake was van schending van het ondervragingsrecht. Daarnaast werd de vraag gesteld of er sprake was van meerdaadse samenloop en of er belang was bij cassatie.
De Hoge Raad heeft de cassatiemiddelen beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van het hof niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft het beroep van de verdachte verworpen, waarmee de eerdere uitspraak van het gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is gewezen door de vice-president en twee raadsheren, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.