Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
12 oktober 2021.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 oktober 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De verdachte was veroordeeld voor het rijden met een ongeldig verklaard rijbewijs. De kern van de zaak betrof de geldigheid van de betekening van de dagvaarding in hoger beroep. De verdachte had beroep ingesteld tegen de uitspraak van het hof, dat had geoordeeld dat de dagvaarding rechtsgeldig was betekend. Echter, uit de stukken bleek dat de dagvaarding was aangeboden op een ander adres dan waar de verdachte ingeschreven stond in de Basisregistratie Personen (BRP). De Hoge Raad oordeelde dat het hof niet begrijpelijk had geoordeeld dat de dagvaarding geldig was betekend, aangezien er geen bewijs was dat de dagvaarding op het juiste adres was aangeboden. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het hof en verklaarde de betekening van de dagvaarding in hoger beroep nietig. Dit arrest benadrukt het belang van correcte betekening in het strafproces en de gevolgen van een onjuiste procedure voor de rechtsgeldigheid van een dagvaarding.