ECLI:NL:HR:2021:1436
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake belastingkwestie van [X] B.V.
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 oktober 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [X] B.V. tegen de Staatssecretaris van Financiën. De zaak betreft een belastingkwestie waarbij belanghebbende, vertegenwoordigd door A.F.M.J. Verhoeven, in cassatie ging tegen een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 12 januari 2021. Dit hof had eerder een verzet van belanghebbende tegen een uitspraak van 25 juni 2020 behandeld. De Hoge Raad heeft de middelen die door belanghebbende zijn voorgesteld, beoordeeld. De Hoge Raad oordeelde dat deze middelen niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Gerechtshof. Het was niet nodig om de redenen voor dit oordeel verder te motiveren, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Uiteindelijk verklaarde de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond.