ECLI:NL:HR:2021:1344

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 september 2021
Publicatiedatum
23 september 2021
Zaaknummer
20/01656
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over bestuurdersaansprakelijkheid in Caribische zaak met overnamegeschil

In deze zaak hebben de eisers, vertegenwoordigd door hun advocaat J. den Hoed, cassatie ingesteld tegen een vonnis van het hof. De verweerders, aangeduid als PSB c.s. en vertegenwoordigd door advocaat R.P.J.L. Tjittes, hebben een verweerschrift ingediend. De zaak is verder toegelicht door de advocaten van beide partijen, waarbij P.J. Tanja ook een bijdrage heeft geleverd voor PSB c.s. De Advocaat-Generaal B.F. Assink heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarop de advocaat van de eisers schriftelijk heeft gereageerd.

De Hoge Raad heeft het procesverloop in de feitelijke instanties uiteengezet, verwijzend naar eerdere vonnissen van de gerecht in eerste aanleg van Curaçao en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie. De Hoge Raad heeft de klachten van de eisers over het vonnis van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het vonnis. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en de eisers veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 902,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is uitgesproken op 24 september 2021.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer20/01656
Datum24 september 2021
ARREST
In de zaak van
1. [eiser 1],
wonende in [woonplaats],
2. [eiseres 2] B.V.,
gevestigd in [vestigingsplaats],
VERZOEKERS tot cassatie,
hierna gezamenlijk: [eisers],
advocaat: J. den Hoed,
tegen
1. P.S.B. BANK N.V.,
gevestigd te Willemstad, Curaçao,
2. [verweerder 2],
wonende te [woonplaats],
3. [verweerder 3],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: PSB c.s.,
advocaat: R.P.J.L. Tjittes.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
het vonnis in de zaak CUR201800713 van de gerecht in eerste aanleg van Curaçao van 27 mei 2019;
het vonnis in de zaak CUR201800713-CUR2019H00252 van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 25 februari 2020.
[eisers] hebben tegen het vonnis van het hof beroep in cassatie ingesteld.
PSB c.s. hebben een verweerschrift tot verwerping van het beroep ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, en voor PSB c.s. mede door P.J. Tanja.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.F. Assink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eisers] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het vonnis van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat vonnis. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt [eisers] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van PSB c.s. begroot op € 902,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren M.J. Kroeze, als voorzitter, A.E.B. ter Heide en F.R. Salomons, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op
24 september 2021.