In deze zaak heeft [eiseres] B.V. cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de toepassing van de Benzinewet en huurrecht in relatie tot de beëindiging van een exploitatieovereenkomst voor een benzinestation. De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft daarbij geen motivering hoeven geven, omdat de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
De Hoge Raad heeft het beroep van [eiseres] verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De kosten zijn begroot op € 902,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan. De uitspraak is gedaan op 24 september 2021 door de vicepresident en de raadsheren van de Hoge Raad der Nederlanden, waarbij de zaak openbaar is uitgesproken door raadsheer H.M. Wattendorff.