Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
5 oktober 2021.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de rechtbank Den Haag, gedateerd 7 juli 2020, met nummer RK 20/576. De klager, geboren in 1989, heeft een klaagschrift ingediend op basis van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. Dit klaagschrift betreft een beslag ex artikel 94 Sv op een navigatiesysteem en geld, dat onder de klager is aangetroffen, in het kader van een verdenking van handel in gestolen auto-onderdelen en witwassen. De klager heeft zijn beroep ingesteld via zijn advocaat N.M. Fakiri, die cassatiemiddelen heeft voorgesteld. De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de rechtbank beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen op 5 oktober 2021.