ECLI:NL:HR:2021:1266

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 oktober 2021
Publicatiedatum
15 september 2021
Zaaknummer
20/02165
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen beschikking inzake beklag en beslag op navigatiesysteem en geld in verband met verdenking van handel in gestolen auto-onderdelen en witwassen

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de rechtbank Den Haag, gedateerd 7 juli 2020, met nummer RK 20/576. De klager, geboren in 1989, heeft een klaagschrift ingediend op basis van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. Dit klaagschrift betreft een beslag ex artikel 94 Sv op een navigatiesysteem en geld, dat onder de klager is aangetroffen, in het kader van een verdenking van handel in gestolen auto-onderdelen en witwassen. De klager heeft zijn beroep ingesteld via zijn advocaat N.M. Fakiri, die cassatiemiddelen heeft voorgesteld. De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de rechtbank beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen op 5 oktober 2021.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer20/02165 B
Datum5 oktober 2021
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Den Haag van 7 juli 2020, nummer RK 20/576, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[klager],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989,
hierna: de klager.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft N.M. Fakiri, advocaat te ’sGravenhage, bij schriftuur en aanvullende schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schrifturen zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman van de klager heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
5 oktober 2021.