Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
13 juli 2021.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 juli 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beschikking van de rechtbank Rotterdam van 20 augustus 2020. De zaak betreft een klaagschrift dat was ingediend door de klager, geboren in 1996, met betrekking tot beslag op een sportauto. De klager en zijn raadsvrouw waren niet aanwezig tijdens de behandeling van het klaagschrift in de raadkamer, wat leidde tot de vraag of dit in strijd was met de beginselen van een behoorlijke procesorde.
De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en terugwijzing naar de rechtbank. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de behandeling van het klaagschrift ten onrechte buiten de aanwezigheid van de klager en zijn raadsvrouw heeft plaatsgevonden. Dit is in strijd met het beginsel van hoor en wederhoor, wat betekent dat de klager en zijn raadsvrouw niet de gelegenheid hebben gehad om zich uit te laten over het klaagschrift.
De Hoge Raad heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en de zaak terugverwezen naar de rechtbank Rotterdam voor een nieuwe behandeling. Dit besluit is genomen om ervoor te zorgen dat de klager en zijn raadsvrouw de kans krijgen om hun standpunt naar voren te brengen, zoals vereist door de beginselen van een eerlijke rechtsgang.