Uitspraak
wonende te [woonplaats],
wonende te [woonplaats],
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
22 januari 2021.
Hoge Raad
In deze zaak heeft verzoekster, vertegenwoordigd door advocaat N.C. van Steijn, cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof Den Haag. De zaak betreft een echtscheiding waarbij zowel partneralimentatie als kinderalimentatie aan de orde zijn. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Den Haag en het gerechtshof Den Haag, die relevant zijn voor het procesverloop. De advocaat-generaal P. Vlas heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarop de advocaat van verzoekster schriftelijk heeft gereageerd. De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen op 22 januari 2021.