2.2.2Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
“1. Een proces-verbaal met nummer PD3015 van 1 december 2011, inclusief meerdere bijlages, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] , ongenummerd.
Dit proces-verbaal houdt in een verklaring van verbalisant voornoemd, zakelijk weergegeven:
(...)
Doorzoeking (AH3018 t/m AH3026)
Op 15 november 2010 werd een doorzoeking ter inbeslagneming gehouden in perceel [a-straat 1] te [plaats] (hof: adres van de verdachte [verdachte] ). Hierbij werden diverse administratieve bescheiden, een computer en € 1.270,- in contanten aangetroffen en inbeslaggenomen. Enkele van de inbeslaggenomen administratieve bescheiden betroffen:
R01.04.02.05-001 • Een verkoopovereenkomst d.d. 29 maart 2010, tussen [medeverdachte] , geboren te Ede op 22-05-1946 en verdachte [verdachte] ;
R01.04.02.05-005 • Een kwitantie van € 143.500,- met opschrift
“ [verdachte] inzake [E] teruggave inzake [B] ; R01.04.02.05-002 t/m 004 • Drie brieven, voorzien van respectievelijk de data 18, 23 en 28 april 2010 tussen [medeverdachte] en [verdachte] , met betrekking tot genoemde koopovereenkomst en het terugbetalen van € 143.500,-
Verhoor getuige [getuige] (G3003.01)
Op 16 november 2010, werd getuige [getuige] , medewerker bij [F] , gehoord. Desgevraagd deelde hij mede dat [verdachte] zijn restaurant pacht van [betrokkene 7] en [betrokkene 8] . Hij wist niet dat [verdachte] zijn grillroom wilde verkopen.
2. Een proces-verbaal van het tweede verhoor van de verdachte [verdachte] met nummer V3015.03 van 16 november 2010, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , dossierpagina 83015022 e.v. Dit proces-verbaal houdt in als verklaring van de verdachte [verdachte] , zakelijk weergegeven: De Nederlandse man (het hof begrijpt medeverdachte [medeverdachte] ) verscheen in mijn zaak. Ik heb toen mijn handtekening onder dat contract gezet. Ook de Nederlandse man zette zijn handtekening.
3. Een proces-verbaal van het derde verhoor van de verdachte [verdachte] met nummer V3015.04 van 16 november 2010, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , dossierpagina 83015033 e.v. Dit proces-verbaal houdt in als verklaring van de verdachte [verdachte] , zakelijk weergegeven: Ik had mijn compagnon nog niets verteld over de verkoop van de zaak. Ik heb op 3 mei 2010 in mijn zaak in [plaats] een ontmoeting gehad met de Nederlandse man. Ik heb toen 143.500,- euro afgedragen. Ik ontving een kwitantie en de man vertrok. Ik heb van de Nederlandse man nooit een legitimatie gezien. Zijn telefoonnummer heb ik niet.
4. Een proces-verbaal van het verhoor van de verdachte [verdachte] met nummer V3015.06 van 3 mei 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 7] en [verbalisant 2] , dossierpagina 83015049 e.v.
Dit proces-verbaal houdt in als verklaring van de verdachte [verdachte] , zakelijk weergegeven:
Getoond wordt foto 9: [medeverdachte]
V: Wie is deze man?
A: Dat is die Hollander die naar mij toegekomen was.
V: Wie zijn er voor de verkoop bij jou allemaal in de zaak geweest?
A: Die Hollander is naar de zaak gekomen.
5. Een proces-verbaal met nummer AH1004 van 22 september 2010, inclusief bijlagen, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] , doorgenummerde pag. 310034 e.v.
Dit proces-verbaal houdt in als verklaring van voornoemde verbalisant, zakelijk weergegeven:
Uit de verstrekte afschriften over de periode 10 maart 2010 tot en met 2 augustus 2010 van het rekeningnummer [rekeningnummer 1] blijkt, dat op deze rekening van [verdachte] onder andere de navolgen de mutatie plaats vond.
Datum
Bedrag
Herkomst:
Omschrijving
16-04-2010
€175.000,00
HU96117630312398688200000000
Ontvangen van [B] uit “Deposit 22-03-2010”
Na ontvangst van voornoemd geldbedrag op zijn rekening (€ 175.000,00) werden vervolgens in
de periode 16 april 2010 tot en met 3 mei 2010 de navolgende bedragen contant opgenomen.
Verder werd op 19 april 2010 een bedrag overgemaakt naar het (Rabo) rekeningnummer [rekeningnummer 2] , zijnde een privé rekening op naam van zijn echtgenoot [betrokkene 5] .
Datum
Tijdstip
Bedrag
Betreft
16-04-2010
16.01
€ 1.000,00
Contante opname d.m.v. PIN transactie met pasnummer 008
16-04-2010
€ 12.000,00
Contante geldopname bij postkantoor te [plaats]
17-04-2010
20.36
€ 1.000,00
Contante opname d.m.v. PIN-transactie met pasnummer 008
18-04-2010
0.04
€ 1.000,00
Contante opname d.m.v. PIN-transactie met pasnummer 008
19-04-2010
€ 25.000,00
Overboeking naar rekeningnummer [rekeningnummer 2] t.n.v. [betrokkene 5]
19-04-2010
€ 12.000,00
Contante geldopname bij postkantoor.
19-04-2010
23.29
€ 1.000,00
Contante opname d.m.v. PIN-transactie met pasnummer 008
20-04-2010
21.3
€ 1.000,00
Contante opname d.m.v. PIN-transactie met pasnummer 008
20-04-2010
€ 75.000,00
Contante geldopname bij postkantoor.
21-04-2010
€ 12.000,00
Contante geldopname bij postkantoor.
22-04-2010
€ 10.000,00
Contante geldopname bij postkantoor.
23-04-2010
21.11
€ 1.000,00
Contante opname d.m.v. PIN-transactie met pasnummer 008
24-04-2010
20.53
€ 1.000,00
Contante opname d.m.v. PIN-transactie met pasnummer 008
27-04-2010
22.22
€ 1.000,00
Contante opname d.m.v. PIN-transactie met pasnummer 008
28-04-2010
12.37
€ 1.000,00
Contante opname d.m.v. PIN-transactie met pasnummer 008
29-04-2010
17.11
€ 1.000,00
Contante opname d.m.v. PIN-transactie met pasnummer 008
29-04-2010
€ 10.000,00
Contante geldopname bij postkantoor te [plaats]
03-05-2010
15.34
€ 1.000,00
Contante opname d.m.v. PIN-transactie met pasnummer 008
TOTAAL:
€167.000,00
Voorafgaande aan de ontvangst van voornoemd geldbedrag van € 175.000,00 op deze betaalrekening van [verdachte] was er sprake van een negatief saldo (- € 984,94) en was de verleende kredietlimiet van € 1.000,00 nagenoeg bereikt.
Naast voornoemde contante geldopnamen en de overboeking naar de bankrekening van zijn partner [betrokkene 5] werden (gebruikelijke) schulden voldaan. Per 9 augustus 2010 was er sprake van een positief saldo ten bedrage van € 6.331,64.
6. Een proces-verbaal met nummer AH0037 van 14 februari 2011, inclusief meerdere bijlages, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 5] , doorgenummerde pag. 300695 e.v.
Dit proces-verbaal houdt in een verklaring van verbalisant voornoemd, zakelijk weergegeven:
Op 22 november 2010 werd er een doorzoeking verricht op het adres [b-straat 1] (het hof begrijpt: [b-straat 1] te [plaats] (het hof begrijpt: het adres van medeverdachte
[medeverdachte] ). Op 22 november 2010 werden mij door een rechercheur voor onderzoek de onderstaande gegevensdragers aangeboden.
IBN
Onderzoek en overname
G.03.01.01
1x Laptop Acer Travelmate 7530, Harde Schijf Hitachi, grootte 250 GB
Datum-instelling: stond juist ingesteld
Tijd-instelling: stond juist ingesteld
G.03.01.02
1x Usb stick, merk onbekend, kleur blauw, grootte 8 GB
G.07.01.03
1x Mini PC, merk Acer, Type Veriton, Hardeschijf, Merk Western Digital, grootte
320 GB
Datum-instelling: stond juist ingesteld
Tijd-instelling: stond juist ingesteld
G.10.01.01
1x MP3 speler met digitale fotocamera, Merk Xiron, kleur wit, grootte 98 MB
G.11
1xNavigatiesysteem, merk tomtom, type xl, serienummer RC2198J13457, grootte 2 GB
Het onderzoek is door mij verricht met de eerder gemaakte evidence file(s) van de genoemde gegevensdrager(s). Hierbij heb ik gebruik gemaakt van de volgende zoekwoorden welke door het onderzoeksteam Mercedes verstrekt zijn:
[…]
[verdachte]
[…]
Door middel van de zoekwoorden en het handmatig zoeken trof ik drie relevante bestanden aan. Hieronder heb ik de locatie van de betreffende bestanden weergegeven met het inbeslagname-nummer en het pad:
> G.07.01.03 \Users\\Ron\\AppData\\Roaming\\Microsoft\\Word\\AutoHerstel-versie van Document3.asd
> G.07.01.03 \Users\\Ron\\AppData\\Roaming\\Microsoft\\Word\\AutoHerstel-versie van Document4.asd
> G.03.01.02 \Cash Payment.docx
Ik zag dat de herstelbestanden kennelijk op 9 en 10 mei 2010 zijn aangemaakt (file Created).
De inhoud van de bestanden AutoHerstel-versie van Document3.asd en AutoHerstel-versie van Document4.asd heb ik middels Forensic Toolkit versie 3.1.2 inzichtelijk gemaakt en bijgevoegd als bijlage 1 t/m 9.
7. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer AH0056 van 9 maart 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 6] , doorgenummerde pag. 300845 e.v.
Dit proces-verbaal houdt in een verklaring van verbalisant voornoemd, zakelijk weergegeven: Naar aanleiding van proces-verbaal AH0037 betreffende onder andere het aantreffen van verwij‑derde bestanden van de computer van verdachte [medeverdachte] is door mij een nader onderzoek ingesteld.
Opmerkelijk was dat de teksten voorkomende in de bijlagen bij AH0037 gelijk waren aan de teksten van de brieven die op verschillende data zouden zijn geproduceerd en aangetroffen bij verdachte, namelijk:
R.01.04.02.05-002 Brief aan [verdachte] d.d. 18 april 2010,
R.01.04.02.05-003 Brief aan [verdachte] d.d. 23 april 2010
R.01.04.02.05-004 Brief aan [verdachte] d.d. 28 april 2010. Hier is echter in het stuk aangetroffen bij de verdachte [verdachte] de tekst ‘[G] te Soest’ doorgestreept. De betreffende herstelbestanden zijn waarschijnlijk op 9 en 10 mei 2010 aangemaakt. Gesteld kan worden dat de brieven zoals hierboven omschreven geantedateerd zijn.
8. Een geschrift, zijnde een ondertekende verkoopovereenkomst tussen [medeverdachte] en [verdachte] (R.01.04.02.05-001, dossierpagina 83015038 en 83015039):
VERKOOPOVEREENKOMST
De ondergetekenden,
1) [medeverdachte] geboren op [geboortedatum] -1946 te [geboorteplaats] , wonende te [woonplaats] , optredend als intermediair namens [B] .
verder te noemen ‘koper’,
en
2) [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1973 en wonende te [plaats] , verder te noemen ‘verkoper’
VERKLAREN TE ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT
Artikel 1
Verkoper verkoopt aan koper: [E] , gevestigd aan de [c-straat 1] te [postcode] [plaats] .
De overeenkomst zal van kracht worden op 1 juli 2010.
De inventaris en inrichting, zoals deze bij het ondertekenen van deze overeenkomst in het bedrijf aanwezig is.
Voor de inventaris en de inrichting zal koper een koopprijs van € 175.000,- Zegge Éénhonderdenvijfenzeventigduizend euro, verschuldigd zijn.
Koper zal uiterlijk op 16 april 2010 bovengenoemd bedrag over maken op de bankrekening van de heer [verdachte] .
(...)
Artikel 5
Indien koper nalatig is en na ingebrekestelling nalatig blijft, om aan alle genoemde voorwaarden uit deze overeenkomst te kunnen voldoen, is verkoper gerechtigd deze overeenkomst terstond te ontbinden. Verkoper gunt zich het recht dat indien ten laatste op 2 juli 2010 koper zijn verplichtingen niet volledig kan, of wil leveren, er een boeteclausule van kracht wordt die 18 % van de totale koopsom bedraagt. Koper aanvaardt dat er geen schriftelijke ultimata zullen worden gesteld. Koper gaat ermee akkoord dat hierbij geen derden of rechter ter bemiddeling zal worden ingeroepen.
(...)
ALDUS OVEREENGEKOMEN EN OPGEMAAKT IN TWEEVOUD
Te [plaats] op 29 maart 2010
(...).
9. Een geschrift, zijnde een brief van [medeverdachte] aan [verdachte] van 18 april 2010 (R.01.04.02.05-002, dossierpagina 830150401):
(...)
Ede 18 april 2010,
Geachte heer [verdachte] ,
Bij deze deel ik u mede dat de verkoopovereenkomst tussen u en [B] en op 26 maart j.l. werd bekrachtigd te [plaats] , geen doorgang kan vinden. De cliënt van genoemd bedrijf blijkt een uitslag van het ziekenhuis te hebben ontvangen via zijn huisarts dat zijn gezondheid levensbedreigend is. Daarmee geeft men er ook de voorkeur aan verder af te zien van de overeenkomst.
Ik verzoek u vriendelijk het inmiddels gestorte bedrag volgens de overeenkomst binnen 5 dagen na dagtekening terug te boeken op de bankrekening van [B] .
Met vriendelijke groet,
[medeverdachte] ,
In opdracht van
[B]
10. Een geschrift, zijnde een brief van [medeverdachte] aan [verdachte] van 23 april 2010 (R.01.04.02.05-003. dossierpagina 830150411):
(...)
Ede 23 april 2010,
Geachte heer [verdachte] ,
Ik stuurde u een brief op 18 april jl., waarin ik een een verklaring gaf ten aanzien van de beëindiging van de overeenkomst tussen [B] en u. Tot op heden reageerde u niet op de brief en ook het aan u betaalde bedrag werd door hen nog niet ontvangen.
Ik verzoek u vriendelijk, doch dringend binnen 3 dagen na dagtekening vooralsnog het betaalde bedrag te retourneren.
Met vriendelijke groet,
[medeverdachte] ,
In opdracht van
[B]
11. Een geschrift, zijnde een brief van [medeverdachte] aan [verdachte] van 28 april 2010 (R.01.04.02.05-004, dossierpagina 83015042):
(...)
Ede 28 april 2010,
Geachte heer [verdachte] ,
Hedenochtend reageerde u per telefoon op mijn brief van 23 april j.l.
In die brief verzocht ik u het door [B] betaalde bedrag minus het bedrag dat in de boeteclausule wordt vermeld in artikel 5 van de koopovereenkomst inzake het restaurant terug te betalen. Uw voorkeur ging uit om het resterende bedrag
€ 143,500,- contant te betalen op 3 mei a.s. De locatie en tijdstip zullen wij per telefoon nog nader afspreken.
Met vriendelijke groet,
[medeverdachte] ,
In opdracht van
[B]
12. Een geschrift, zijnde een kwitantie ontvangen van [verdachte] inzake [E] teruggave inzake [B] €143.500.- (R.01.04.02.05-005, dossierpagina 83015043):
KWITANTIE
ontvangen van [verdachte] inzake [E] teruggave [B]
bedrag € 143.500,-
bedrag in letters Honderddrieenveertigduizendvijfhonderd euro
plaats [plaats] datum 3-5-2010
(...)”