ECLI:NL:HR:2020:835

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 mei 2020
Publicatiedatum
7 mei 2020
Zaaknummer
19/03403
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieverzoek inzake faillietverklaring met pluraliteit van schuldeisers en summierlijk blijken van vordering

In deze zaak heeft [verzoekster] B.V. een cassatieberoep ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. Het cassatierekest is aan het arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De advocaat van [verzoekster], Y.E.J. Geradts, heeft het beroep ingesteld tegen de beslissing van het hof, terwijl de advocaat van de verweerder, Optidob B.V., M.E. Bruning, heeft verzocht het beroep te verwerpen. De Advocaat-Generaal B.F. Assink heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De advocaat van [verzoekster] heeft schriftelijk op deze conclusie gereageerd.

Het procesverloop omvat eerdere uitspraken, waaronder een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 8 mei 2019 en een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 9 juli 2019. De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en [verzoekster] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Optidob zijn begroot op € 879,07 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen op 8 mei 2020.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer19/03403
Datum8 mei 2020
ARREST
In de zaak van
[verzoekster] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
hierna: [verzoekster],
advocaat: Y.E.J. Geradts,
tegen
OPTIDOB B.V.,
gevestigd te Den Haag,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Optidob,
advocaat: M.E. Bruning.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
het vonnis in de zaak C/13/19/156 F van de rechtbank Amsterdam van 8 mei 2019;
het arrest in de zaak 200.259.650/01 van het gerechtshof Amsterdam van 9 juli 2019.
[verzoekster] heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Optidob heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.F. Assink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [verzoekster] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt [verzoekster] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Optidob begroot op € 879,07 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, H.M. Wattendorff en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer C.E. du Perron op
8 mei 2020.