ECLI:NL:HR:2020:832

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 mei 2020
Publicatiedatum
7 mei 2020
Zaaknummer
19/00274
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van bestuurder zonder kennisneming van raadgevende stem in besloten vennootschap

In deze zaak heeft [eiseres] Holding B.V. cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof van 27 november 2018. De zaak betreft het ontslag van een bestuurder van een besloten vennootschap, waarbij de algemene vergadering van aandeelhouders het ontslag heeft uitgesproken zonder kennis te nemen van de raadgevende stem van de bestuurder. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 8 mei 2020 geoordeeld dat het ontslagbesluit vernietigbaar is op grond van artikel 2:15 BW, maar niet nietig op basis van artikel 2:14 BW. Dit betekent dat het ontslag weliswaar kan worden vernietigd, maar dat het niet automatisch ongeldig is. De Hoge Raad heeft de klachten van [eiseres] Holding over het oordeel van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, omdat de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiseres] Holding veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 882,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer19/00274
Datum8 mei 2020
ARREST
In de zaak van
[eiseres] HOLDING B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
hierna: [eiseres] Holding,
advocaat: J.P. Heering,
tegen
[verweerster] BEHEER B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: [verweerster] Beheer,
advocaat: N.T. Dempsey.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
het vonnis in de zaak C/02/335282/KG ZA 17-598 van de voorzieningenrechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 9 november 2017;
de arresten in de zaak 200.229.318/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 15 mei 2018 en 27 november 2018.
[eiseres] Holding heeft tegen het arrest van het hof van 27 november 2018 beroep in cassatie ingesteld.
[verweerster] Beheer heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor [eiseres] Holding mede door H.J.Th. Kolstee en voor [verweerster] Beheer mede door J.H.G. Hordijk.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.F. Assink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiseres] Holding heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt [eiseres] Holding in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] Beheer begroot op € 882,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [eiseres] Holding deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer C.E. du Perron op
8 mei 2020.