Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
Ter toelichting op het middel is aangevoerd dat uit de omstandigheden dat de verdachte geen vertaling van de inleidende dagvaarding en de daarbij behorende mededelingen heeft ontvangen en de raadsman in hoger beroep te kennen heeft gegeven niet te zijn gemachtigd, “kan voortvloeien” dat de verdachte er niet mee bekend was dat hij een advocaat kon machtigen om namens hem het woord te voeren ter terechtzitting in hoger beroep.
(i) een kopie van de inleidende dagvaarding ten name van de verdachte en de daarbij behorende mededelingen. De mededelingen houden onder meer het volgende in:
Vertegenwoordiging door een advocaat
1. Als u voor een overtreding of een misdrijf terecht moet staan, kunt u zich op de zitting laten vertegenwoordigen door een advocaat die u daartoe wel uitdrukkelijk moet machtigen. Voor de procedure bij de kantonrechter kunt u zich ook laten vertegenwoordigen door iemand die geen advocaat is. Deze persoon moet dan wel van u een schriftelijke volmacht krijgen om aan de rechter te laten zien.”
(iii) een op ambtseed opgemaakt proces-verbaal van [betrokkene 4] , wachtmeester 1e klasse der Koninklijke Marechaussee, van 24 juni 2008, inhoudende dat [betrokkene 3] op 6 juni 2008 de dagvaarding aan de verdachte heeft uitgereikt en verder dat “ [betrokkene 3] aan [verdachte] in de Marokkaanse taal een ‘toelichting op de procedure’ [heeft] uitgereikt.”
1. Elke lidstaat zendt aan de personen die zich op het grondgebied van een andere lidstaat bevinden, voor hen bestemde gerechtelijke stukken rechtstreeks over de post toe.
3. Wanneer aannemelijk is dat de geadresseerde de taal waarin het gerechtelijk stuk is gesteld niet beheerst, dient dit - althans de essentie ervan - te worden vertaald in de taal of één der talen van de lidstaat op het grondgebied waarvan de geadresseerde verblijft. Indien de autoriteit waarvan het gerechtelijk stuk uitgaat, weet dat de geadresseerde slechts een andere taal machtig is, dient het stuk - althans de essentie ervan - te worden vertaald in die andere taal.
4. Bij alle gerechtelijke stukken wordt de mededeling gevoegd dat de geadresseerde bij de autoriteit waarvan het stuk uitgaat of bij andere autoriteiten in die lidstaat inlichtingen kan inwinnen over zijn rechten en plichten met betrekking tot het stuk. Lid 3 is van toepassing op die mededeling.”
3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
Van zo’n vertraging is in elk geval geen sprake:
a. als de verstekmededeling binnen een jaar na de uitspraak geldig is betekend
1. hetzij aan de verdachte in persoon,
2. hetzij op de wijze als is voorzien in artikel 588 lid 2 of lid 3 Sv. Dan komt een vertraging die na de betekening is opgetreden, immers voor rekening van de verdachte omdat er redelijkerwijs van kan worden uitgegaan dat hij door die betekening op de hoogte is geraakt van de uitspraak.
b. als de verstekmededeling binnen een jaar na de uitspraak geldig is betekend op de wijze als is voorzien in artikel 588 lid 1 onder b sub 3º Sv (uitreiking aan de griffie om reden dat de verdachte niet als ingezetene is ingeschreven in de basisregistratie personen noch een feitelijke woon- of verblijfplaats van hem bekend is) en bovendien blijkt dat het openbaar ministerie vervolgens - naast de plaatsing van de verdachte in het opsporingsregister - minimaal eenmaal per jaar heeft geprobeerd de verstekmededeling alsnog te betekenen hetzij aan de verdachte in persoon hetzij overeenkomstig het bepaalde in artikel 588 lid 2 of lid 3 Sv (vgl. HR 17 juli 2008, ECLI:NL:HR:2008:BD2578, rechtsoverweging 3.19).
4.Beslissing
21 april 2020.