Volgens het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte daar het volgende aangevoerd:
“Ik heb gehandeld vanuit psychische overmacht.
(...)
Het is juist dat ik in 2009 een relatie had met een dame die geld van mij vroeg. Op enig moment kwam haar echte karakter naar boven.
Er ontstond een dreigende situatie, waarbij mij psychisch geweld werd aangedaan. Zij eiste geld. Ze stond op een zeker moment met een hamer en een mes voor mij. U vraagt waarom ik de politie niet heb ingeschakeld. Dat was inderdaad dom; ik had naar de politie moeten gaan of naar mijn baas. Maar ik was verliefd en dan doe je rare dingen.
Het klopt dat ik deze kwestie niet kan bewijzen. Die vrouw is inmiddels wel veroordeeld ter zake van onder meer bedreiging; dat onderbouwt mijn stelling dat het een erg agressieve vrouw was. U vraagt waarom ik geen gebruik heb gemaakt van geld uit eigen vermogen. Zoveel had ik niet.
De dreigementen van haar kant werden steeds sterker. Als ik niet zou betalen dan zou zij iets doen in de geweldsfeer of mijn reputatie ernstig schaden.
Zij kwam ook bij mij aan de deur. Toen ben ik vertrokken.
Het klopt dat de relatie ongeveer anderhalf jaar tot twee jaar heeft geduurd, althans het contact. Ik voelde mij ernstig bedreigd, ook omdat werd gedreigd met het gebruik van wapens. Ik doe daarom een beroep op psychische overmacht, voor wat betreft het onrechtmatig gebruik van geld van anderen.
De dreiging was reëel.
(...)
Ik heb geen aangifte tegen haar gedaan. U houdt mij voor dat het feit dat de vrouw is veroordeeld niet betekent dat daarmee ook mijn verklaring, dat zij mij ernstig heeft bedreigd, is onderbouwd.
Ik wijs u op de inhoud van het dossier, waarin onder meer een print zit van een chatgesprek in een niet Nederlandse taal waarin zij zegt: “Denk maar niet, dat ik bang van jou ben.” Ik deed geen aangifte juist omdat ik er niets meer mee te maken wilde hebben.
(...)
De situatie was zo onveilig dat ik niets meer met haar te maken wil hebben. Het dossier bevat bovendien de print van het Whats-app spraakbericht.”