ECLI:NL:HR:2020:501

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 maart 2020
Publicatiedatum
23 maart 2020
Zaaknummer
18/05471
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belediging van politieambtenaar door het zingen van de leus 'ACAB' tijdens een voetbalwedstrijd

In deze zaak gaat het om de belediging van een politieambtenaar door de verdachte, die op 13 april 2017 tijdens een voetbalwedstrijd in Amsterdam de leus 'ACAB' (All Cops Are Bastards) zong. De verdachte bevond zich op korte afstand van de politieambtenaren en keek naar hen terwijl hij deze leus zong. Het gerechtshof Amsterdam had eerder geoordeeld dat de verdachte opzettelijk de politieambtenaar had beledigd, omdat hij zich bewust moest zijn van de beledigende strekking van de leus. De verdediging voerde aan dat de verdachte niet op de hoogte was van de betekenis van 'ACAB', maar het hof achtte deze verklaring niet geloofwaardig. De Hoge Raad bevestigde het oordeel van het hof en oordeelde dat het onaannemelijk was dat de verdachte een leus zong waarvan hij de betekenis niet kende. De Hoge Raad verwierp het cassatieberoep van de verdachte, waarmee de eerdere uitspraak van het gerechtshof werd bekrachtigd.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer18/05471
Datum24 maart 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 11 december 2018, nummer 23/001970-17, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1998,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft S.F.W. van 't Hullenaar, advocaat te Arnhem, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt over de motivering van de bewezenverklaring, voor zover deze inhoudt dat de verdachte ‘opzettelijk’ een politieambtenaar heeft beledigd.
2.2.1
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
“hij op 13 april 2017 te Amsterdam opzettelijk een ambtenaar, [verbalisant 1] , agent bij Politie Eenheid Amsterdam, gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, in het openbaar mondeling heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen: ‘ACAB’.”
2.2.2
Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
“1. Een proces-verbaal van bevindingen van 14 april 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 2], hoofdagent van politie Eenheid Amsterdam, [verbalisant 3], brigadier van politie Eenheid Amsterdam en [verbalisant 1] , hoofdagent van politie Eenheid Amsterdam (doorgenummerde p. 2-4). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van voornoemde verbalisanten:
Wij zijn werkzaam bij de voetbaleenheid van de Eenheid Amsterdam. Dit team houdt zich bezig met de bestrijding van voetbal gerelateerde misdrijven en het bewaken van de openbare orde rondom voetbalwedstrijden van Ajax.
Op 13 april 2017, omstreeks 20.35 uur, bevonden wij ons bij de ingang Noord B van het voetbalstadion Amsterdam Arena, gevestigd aan de Arena Boulevard 1 te Amsterdam. Aldaar zou om 21.05 uur de voetbalwedstrijd plaatsvinden tussen Ajax - Schalke '04. Wij liepen geheel gekleed in uniform met een fel fluorescerende hes, waarop de achterkant en de voorkant ‘POLITIE’ staat. Op dat moment vond de instroom van de Amsterdam Arena plaats. Buiten voor de ingangen stonden honderden mensen in de rij. Daarnaast liepen tientallen mensen de ingangen voorbij, onderweg naar hun eigen ingang. Wij verbalisanten hoorden vervolgens het gezang: “ACAB, ACAB”. Wij zagen op dat moment drie mannen en hoorden dat zij de leus ACAB achter elkaar zongen. De afstand tussen ons en de verdachten betrof niet meer dan vijf meter. Wij zagen dat zij dit bleven zingen. Wij liepen naar de verdachten toe en (het hof begrijpt: zij) keken in de richting van ons. Wij zagen dat de verdachten dit bleven zingen. Hierop hebben wij alle drie de verdachten aangehouden. Ons is bekend dat ACAB het volgende betekent: ‘All Cops Are Bastards’. Wij voelen ons dan ook in ons goede naam en eer aangetast.
Eén van de verdachten betrof [verdachte], geboren op [geboortedatum] 1998 te [geboorteplaats].
2. Een proces-verbaal van verhoor verdachte van 13 april 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 4] en [verbalisant 5] (doorgenummerde p. 5-6). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van [verdachte]:
Ja, het klopt dat ik ACAB heb meegezongen.”
2.2.3
Het Hof heeft in de bestreden uitspraak onder andere het volgende overwogen:
“In dit geval staat vast dat de verdachte in het openbaar meermalen de leus ‘ACAB’ in de richting van politieambtenaren heeft gezongen, terwijl deze ambtenaren - bekend zijnde met de betekenis van die lettercombinatie - zich daardoor beledigd hebben gevoeld. Namens de verdachte is aangevoerd dat hij niet wist wat de door hem gezongen leus betekende. Voor bewezenverklaring van de ten laste gelegde belediging is vereist dat de verdachte zich ervan bewust was dat de lettercombinatie A.C.A.B. (ook wel geschreven als: ACAB) een voor een politieambtenaar beledigende strekking heeft, te weten “
All Cops Are Bastards”.
Het hof acht de verklaring van de verdachte, dat hij niet wist van het beledigende karakter van de leus ‘ACAB’, niet geloofwaardig. Allereerst is onaannemelijk dat de verdachte een leus richting de politie zingt waarvan hij de betekenis of strekking niet kent. Daarnaast heeft het hof in openbare bron, het internet via de zoekmachine ‘Google’, gezocht op de lettercombinatie ACAB, waarbij het hof alleen heeft gekeken naar resultaten die vóór 13 april 2017 zijn gepubliceerd op vrij toegankelijke Nederlandse webpagina’s. Uit deze zoekopdracht blijkt dat over de afkorting (en de beledigende betekenis daarvan) zeer veel nieuwsberichten zijn gepubliceerd, zowel door regionale als landelijke media. Zo luidde de kop van één van de artikelen in het NRC-Handelsblad in 2011: “Dankzij de Hoge Raad weet nu iedereen wel wat ACAB betekent.” Naast de vele mediawebsites, komt de term ook terug op pagina’s van andere websites die onder brede lagen van de bevolking bekendheid genieten, zoals bijvoorbeeld Wikipedia en Dumpert. Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat de betekenis van A.C.A.B., te weten: “All Cops Are Bastards”, op 13 april 2017 een feit van algemene bekendheid was. Anders dan de raadsman is het hof van oordeel dat dit gegeven geen specialistische kennis vereist en de juistheid ervan redelijkerwijs niet voor betwisting vatbaar is. Deze lettercombinatie heeft de strekking politieambtenaren aan te randen in hun eer en goede naam. Door ACAB te zingen terwijl hij keek in de richting van politieambtenaren heeft de verdachte die politieambtenaren dan ook opzettelijk beledigd.”
2.3
Blijkens de vaststellingen van het hof bevond de verdachte zich bij het - in het voetbalstadion - achter elkaar zingen van de leus ‘ACAB’ (All Cops Are Bastards) op korte afstand van politieambtenaren en keek hij tijdens het zingen naar die politieambtenaren, onder wie [verbalisant 1] . Het hof heeft vervolgens geoordeeld dat het onaannemelijk is dat de verdachte een leus richting de politie zingt waarvan hij de betekenis of strekking niet kent. Het oordeel dat de verdachte ‘opzettelijk’ politieambtenaar [verbalisant 1] heeft beledigd door het zingen van de leus ‘ACAB’, is aldus niet onbegrijpelijk en toereikend gemotiveerd. (Vgl. HR 11 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:899.)
2.4
Het middel faalt.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M. Kuijer, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
24 maart 2020.