ECLI:NL:HR:2020:494

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 maart 2020
Publicatiedatum
23 maart 2020
Zaaknummer
19/00968
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mishandeling tijdens ijshockeywedstrijd en de grenzen van sport- en spelsituaties

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, waarin de verdachte is veroordeeld voor mishandeling tijdens een ijshockeywedstrijd. De verdachte, geboren in 1985, heeft tijdens de wedstrijd een speler van de tegenpartij vastgepakt en met kracht naar de grond getrokken. De Hoge Raad dient te beoordelen of de handelwijze van de verdachte buiten de grenzen van de sport- en spelsituatie viel, en of deze derhalve als wederrechtelijk kan worden aangemerkt. De advocaat van de verdachte, A. Speksnijder, heeft cassatiemiddelen voorgesteld, maar de advocaat-generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep, en dit arrest is gewezen op 24 maart 2020.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer19/00968
Datum24 maart 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 8 februari 2019, nummer 20-000293-18, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft A. Speksnijder, advocaat te Akkrum, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en J.C.A.M. Claassens, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
24 maart 2020.