Deze bewezenverklaring steunt onder meer op de volgende bewijsmiddelen:
“1. Een proces-verbaal aanhouding d.d. 3 maart 2016 met nr. PL1500-2016062912-2 van de politie eenheid Den Haag . Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - op p. 9 e.v. van het Proces-verbaal van Toetsing:
Op donderdag 3 maart 2016 omstreeks 21:00 uur hielden wij op de locatie [a-straat] ’s‑Gravenhage als verdachte aan [verdachte] , geboren [geboortedatum] 1992 te [geboorteplaats] .
Bevindingen
Op donderdag 3 maart 2016 hoorden wij dat de noodhulpeenheid doorgaf dat zij achter een grijze personenauto van het merk SEAT, type LEON, voorzien van het kenteken [kenteken] , reden.
Wij hoorden dat een collega portofonisch doorgaf dat er iets door de inzittenden uit de grijze SEAT zou zijn gegooid.
Wij zagen dat de grijze SEAT op de [a-straat] tot stilstand kwam. Hierop hebben wij de bijrijder van de grijze SEAT aangehouden. De bijrijder bleek later te zijn genaamd [verdachte] , geboren [geboortedatum] 1992 te [geboorteplaats] . Op het moment dat wij bezig waren met het aanleggen van de transportboeien bij de verdachte hoorden wij dat collega’s aangaven dat er een grote hoeveelheid henneptoppen in de grijze SEAT lag.
2. De verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep van 28 februari 2018, inhoudende:
Ik ben in de auto gestapt en we zijn weggereden. Toen kregen we een stopteken van de politie. Tijdens het rijden lag het wapen bij mij onder mijn stoel. Dat heb ik toen uit het raam gegooid.
3. Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 7 juni 2017 met nr. PL1500-2016062912 van de Districtsrecherche Den Haag -West . Dit proces-verbaal houdt - zakelijk weergegeven - onder meer in:
Als de op 7 juni 2017 afgelegde verklaring van [betrokkene 1] :
V: Wat kun jij verklaren wat er allemaal gebeurd is?
A: Nou ik was die dag (het hof begrijpt: 3 maart 2016) bij het [b-straat] in [plaats] geweest. Het was een afspraak om wiet te bekijken. Als die wiet goed zou zijn zouden we het kopen die dag. Het idee erachter was, we hadden nep geld erin.
Ik kan niet zomaar die geld geven en iets doen om weg te kunnen komen, die man had het in de gaten, er ontstond ruzie. Ik wilde snel weg daar. De jongen met wie ik was ging ook naar buiten, hij nam de tassen met hennep mee. Wij renden naar buiten, ongeveer 10 meter of 7 meter van het huis. Ik zag dat die man een wapen had, hij schoot op ons. Wij renden naar onze auto, toen schoot ik terug. Ik rende en schoot zonder te kijken.
Telkens als hij schoot, dan schoot ik een keer terug. De vriend waarmee ik was wilde bukken om de auto in te gaan. De man rende op ons af en verstopte, hurkte achter een band. Ik ging richten, ik schoot in het glas van een auto welke daar stond. Ik schoot in de achterruit. Toen zag ik dat die man wegrende. We zijn snel ingestapt en vluchtten weg.
V: Die vriend met wie je was, hoe heet hij?
A: Die heet [verdachte] (het hof: de verdachte) .
V: Wat was het plan?
A: Misschien kan ik hen vals geld geven en dan die spullen meenemen.
V: Met wie had je dat plan besproken?
A: Ik heb het eigenlijk niet besproken, alleen tegen [verdachte] . Later zei ik tegen hem misschien kunnen we het kopen want hun weten niet dat dat geld nep is.
V: Hoe hadden jij en [verdachte] je voorbereid op deze afspraak?
A: Helemaal niet.
V: En het geld dan?
A: Ja dat had ik met nepgeld heb ik een paar krantenstukken geknipt en ertussen gezet zodat het wat groter leek. Dat is de voorbereiding eigenlijk. En ik had een wapen, die had ik van iemand geleend.
V: Even terug naar het moment in de woning. Vertel eens rustig opnieuw vanaf het moment dat het fout ging?
A: [verdachte] wilde die geld geven. Hij wilde gelijk weg gaan. Hij wilde niet dat ze het geld zouden tellen en het elastiek weg zouden halen. [verdachte] wilde snel weggaan zonder te betalen en pakte de tas met hennep al. Man 4 zag dat het geld niet klopte, hij werd helemaal paranoia. Ik zag [verdachte] die tas pakken. Toen zag ik dat man 4 een wapen pakte uit de kast waarvan de deur open was, ik zag dat hij hem doorlaadde en op mij richtte. Wij renden naar buiten, probeerden weg te komen. Ik hoorde een schot. Ik pakte tijdens het rennen mijn wapen, laadde het door en schoot terug.
V: Wat was de afstand tussen jullie en de man toen jullie aan het rennen waren?
A: De afstand tussen ons was denk ik, 10 tot 15 meter. Ik was ongeveer twee woningen voorbij toen hij vanuit de woning de tweede keer schoot.
V: In de Seat waarin jullie aangehouden zijn werd een groot geldbedrag gevonden. Van wie was dat geld?
A: Ik heb die kranten geknipt. Ik heb dat geld gemaakt. Die stapel met geld en kranten heb ik aan [verdachte] gegeven.
V: Hoe was dat geld verpakt?
A: Die stapel, dubbel gevouwen en dan twee elastieken, gekruist over elkaar. Gewone dunne elastiekjes.
V: Wat kun je nog meer over dat geld vertellen?
A: Eerst kon je echt geld zien, en toen het nep geld en daartussen zaten die krantenknipsels.
V: Die krantenknipsels waren natuurlijk om het op een groter geldbedrag te laten lijken. Wie zijn idee was dat?
A: Dat was mijn idee. Ik heb dat thuis gedaan toen ik alleen was.
V: Toen je [verdachte] tegenkwam wat heb je gezegd wat jullie gingen doen?
A: Mijn bedoeling van die dag was, ik heb die auto geleend van die jongen, we hadden het plan om te gaan rijden, misschien ook naar de hoeren. We zouden gaan kijken naar die wiet om die te kopen, met die nep geld en meenemen, of praten met hun om het spul mee te nemen en dan voor hun te gaan verkopen en dan via die vriend hun betalen.
[verdachte] wist van het nep geld, ik heb hem die stapel gegeven. Dat was onderweg naar [plaats] besproken.
4. De verklaring van de verdachte. De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep van 28 februari 2018 verklaard -zakelijk weergegeven-:
Ik kwam die dag (het hof begrijpt: 3 maart 2016) [betrokkene 1] tegen in [plaats] . Ik vroeg hem een lift naar [plaats] , we zouden daar samen naar de hoeren gaan. Toen we in [plaats] aankwamen zei hij dat hij een afspraak had om spullen te bekijken. Hij vroeg mij om mee te gaan, om naar wiet te kijken. Het was de bedoeling dat ik de wiet zou kopen, ik kon de kwaliteit van de wiet beter inschatten. Ik had van [betrokkene 1] geld in een envelop gekregen. Zij hadden al een prijs afgesproken, ik hoefde alleen maar het geld te geven en te kijken of de wiet van goede kwaliteit was.
Toen we op het [b-straat] aankwamen mocht er maar één van ons mee naar binnen. Ik ben toen naar binnen gegaan. Ik voelde me daar niet veilig en vroeg waarom [betrokkene 1] niet naar binnen mocht komen. Toen is [betrokkene 1] ook naar binnen gekomen. Ik was de wiet aan het bekijken. De toppen waren wat klein, dus ik vroeg of de prijs niet wat omlaag kon.
Ik pakte de tassen met wiet. Toen kwam die man terug uit de keuken. Hij zei “Klootzak, wat is dit!?” Toen gaf hij mij dat geld terug, pakte een wapen uit de kast en richtte het op ons. Ik ben gelijk naar buiten gegaan toen ik dat wapen zag. [betrokkene 1] was iets voor mij naar buiten gerend. Toen ik buiten kwam ben ik naar de auto gerend en heb de tassen met wiet erin in de auto gegooid. Er is toen heen en weer geschoten tussen die man en [betrokkene 1] .
Uiteindelijk ben ik in de auto gestapt en zijn we weggereden. Tijdens het rijden lag het wapen bij mij onder mijn stoel. Dat heb ik toen uit het raam gegooid. Dat was het wapen waarmee [betrokkene 1] heeft geschoten.
5. Een proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 6 maart 2016 van de Districtsrecherche [plaats] . Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - op blz. 120 e.v. van het Proces-verbaal Toetsing:
Als de op 6 maart 2016 afgelegde verklaring van [betrokkene 2] :
Ik was donderdagavond 3 maart 2016 in mijn woning. Tijdens het gesprek met mijn buurvrouw hoorde ik een aantal knallen. Ik liep naar het raam. Ik heb vanuit mijn woning direct vrij zicht op het plein voor mijn woning (het hof begrijpt: het [b-straat] ).
Ik hoorde als eerst de knallen en daarna zag ik twee mannen rennen naar een auto die geparkeerd stond in de parkeerhavens voor mijn woning.
Ik hoorde dat er geschoten werd toen de mannen naar die auto aan het rennen waren. Ik zag vervolgens dat een man naar de bestuurderszijde van de auto liep. Ik zag de man die ik aan de bestuurderszijde zag staan, schieten. Ik zag dat de man met zijn rechterarm gestrekt over het dak van de auto schoot. De man strekte zijn hele arm uit over het dak van de auto. Ik zag dat de man schoot in de richting van waar de mannen zojuist vandaan kwamen. Ik zag vonken uit het wapen komen en ik hoorde ook een knal.
6. Een geschrift, zijnde een situatieschets, als bijlage gevoegd bij het als bewijsmiddel 3 genoemde proces-verbaal. (...)
7. Een geschrift, zijnde een foto van het [b-straat] te [plaats] . (...)
Nadere bewijsoverweging
Het hof leidt uit de verklaring van de getuige [betrokkene 2] en de door haar opgestelde situatieschets in combinatie met de foto van de plaats delict af dat de auto van de verdachten op de middelste van de drie parkeerplaatsen heeft gestaan. Dit betekent dat [betrokkene 1] met zijn armen gestrekt over het dak van de auto, in de richting van de achterruit van de auto in het naastgelegen parkeervak heeft geschoten, alwaar de achtervolger zich achter verscholen heeft.
8. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 maart 2016 van de Districtsrecherche Den Haag ‑West . Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - op p. 362 e.v. van het Procesverbaal van Toetsing:
Als relaas van de betreffende opsporingsambtenaren:
Op dinsdag 8 maart 2016 hebben wij het in beslag genomen voertuig, de Seat Leon, voorzien van het kenteken [kenteken] , doorzocht. Ik zag op de passagiersstoel naast de bestuurdersstoel een zwarte jas liggen van het merk ‘The North Face’. Ik heb de jas onderzocht en ik trof in de rechter jaszak een bevel tot inverzekeringstelling aan met de personalia van [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1992. Ik heb een bundel met geld aangetroffen in de linker jaszak. Ik zag dat het buitenste biljet van de bundel een biljet van 500 euro betrof. Zie bijlage 3
9. Een geschrift, zijnde een foto van een bundel met geldbiljetten, als bijlage 3 gevoegd bij het onder bewijsmiddel 6 genoemde proces-verbaal. Dit geschrift houdt onder meer in, weergegeven op p. 366 van het Procesverbaal van Toetsing:
(…)
10. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 maart 2016 van de Districtsrecherche Den Haag ‑West . Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - op p. 101. e.v. van het dossier met nr. PL1500-2016062912:
Als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Aangetroffen hennep
In de Seat Leon voorzien van kenteken [kenteken] , werden diverse gripzakken aangetroffen die na onderzoek in totaal 6.636,3 gram gedroogde henneptoppen bleken te bevatten. De aangetroffen hennep vertegenwoordigt een waarde in het economisch verkeer. Volgens het BOOM-rapport bedraagt de waarde van hennep bij verkoop minimaal € 3.280,- per kilogram. De inbeslaggenomen partij henneptoppen vertegenwoordigt dan een waarde van:
6.636,3 gram X € 3.280,- = € 21.767,-
(...)
12. Een proces-verbaal d.d. 7 maart 2016 met nr. 2016062912 van de politie Den Haag , weergegeven op p. 184 e.v. van het Proces-verbaal van Toetsing. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - :
Als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Op donderdag 3 maart 2016 werd naar aanleiding van een schietincident op het [b-straat] te [plaats] op aanwijzing van collega’s op de [a-straat] te [plaats] op de brug welke gelegen is in het kruisingsvlak met de [c-straat] , een vuurwapen veiliggesteld.
Omschrijving wapen:
Soort wapen: pistool
Merk: Baretta
Model: 34
Kaliber: 9 mm kort
Categorie wapen
Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3e, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie.
Bij bovengenoemd vuurwapen werd munitie aangetroffen.
Omschrijving munitie:
Soort: pistoolmunitie
Merk: Sellier & Belliot
Kaliber: 9 mm kort
Aantal: 2”