Uitspraak
1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De griffier van de Hoge Raad heeft de advocaat bij aangetekende brief van 8 juni 2020 in de gelegenheid gesteld dat verzuim binnen zes weken te herstellen. De advocaat heeft daarop bij fax van 11 juni 2020 aan de griffier bericht niet meer op te treden als gemachtigde van belanghebbende.
De griffier van de Hoge Raad heeft vervolgens belanghebbende in de gelegenheid gesteld het hiervoor bedoelde verzuim binnen zes weken te herstellen. Belanghebbende heeft hiervan geen gebruik gemaakt.
Daarom zal de Hoge Raad met toepassing van artikel 6:6 Awb het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.