ECLI:NL:HR:2020:197
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden inzake teruggaaf omzetbelasting
In deze zaak heeft belanghebbende, een persoon gevestigd te [Z], beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 4 september 2018, nummer 17/00833. Dit hoger beroep volgde op een eerdere uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, nummer LEE 15/4205, die betrekking had op een verzoek om teruggaaf van omzetbelasting. De Staatssecretaris van Financiën was de tegenpartij in deze procedure.
De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof. Het was niet nodig om de redenen voor dit oordeel verder te motiveren, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie.
De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 7 februari 2020 door de raadsheer E.N. Punt als voorzitter, samen met de raadsheren M.E. van Hilten en E.F. Faase, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski.