ECLI:NL:HR:2020:1942

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 december 2020
Publicatiedatum
3 december 2020
Zaaknummer
19/03821
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over onrechtmatige perspublicatie en inbreuk op persoonlijke levenssfeer

In deze zaak hebben eisers in cassatie beroep ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft een onrechtmatige perspublicatie door Het Parool B.V. en de vraag of deze publicatie inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van de eisers. De Hoge Raad heeft de klachten van eisers over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft daarbij geen motivering hoeven geven, omdat de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

De Hoge Raad heeft het beroep van eisers verworpen en hen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De kosten zijn begroot op € 882,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan. Dit arrest is gewezen op 4 december 2020 en openbaar uitgesproken door raadsheer M.J. Kroeze.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer19/03821
Datum4 december 2020
ARREST
In de zaak van
1. [eiser 1],
wonende te [woonplaats],
2. [eiser 2],
wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
hierna gezamenlijk: [eisers],
advocaat: H.J.W. Alt,
tegen
1. Het Parool B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. [verweerder 2],
domicilie kiezende te [woonplaats],
3. [verweerder 3],
domicilie kiezende te [woonplaats],
4. [verweerder 4],
domicilie kiezende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: Het Parool c.s.,
advocaat: A.M. van Aerde.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de vonnissen in de zaak C/13/614117/HA ZA 16-846 van de rechtbank Amsterdam van 16 november 2016 en 7 juni 2017;
het arrest in de zaak 200.220.773/01 van het gerechtshof Amsterdam van 14 mei 2019.
[eisers] hebben tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Het Parool c.s. hebben een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor Het Parool c.s. toegelicht door hun advocaat en mede door N.M. Bilderbeek.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eisers] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt [eisers] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Het Parool c.s. begroot op € 882,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [eisers] deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, T.H. Tanja-van den Broek en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op
4 december 2020.