Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
(i) een proces-verbaal van de terechtzitting van het hof (enkelvoudige kamer) van 26 juli 2019, bladzijden 1 en 2, en
(ii) een aantekening mondeling arrest als bedoeld in artikel 425 lid 3 Sv, bladzijden 3-5.
De Hoge Raad begrijpt dat de onder i en ii bedoelde stukken tezamen vormen het proces-verbaal van de terechtzitting waarin het mondeling arrest is aangetekend, als bedoeld in artikel 425 lid 3 Sv.
Deze aantekening mondeling arrest is aan het slot voorzien van twee handtekeningen en houdt onder meer in: “Dit proces-verbaal is bij ontstentenis van de voorzitter door de griffier vastgesteld en ondertekend en voor gezien mede ondertekend door [betrokkene 1], afdelingsvoorzitter.”.
3.Beslissing
17 november 2020.