In deze zaak heeft Arkelhof Investment B.V. (hierna: Arkelhof) cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft een geschil tussen Arkelhof en ING Bank N.V. (hierna: ING) over de bijzondere zorgplicht van de bank in het kader van een adviesrelatie met betrekking tot rentederivaten. De Hoge Raad heeft de klachten van Arkelhof over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft daarbij geen motivering hoeven geven, omdat de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
De Hoge Raad heeft het beroep van Arkelhof verworpen en hen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De kosten zijn begroot op € 6.802,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente indien Arkelhof deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak heeft voldaan. De uitspraak vond plaats op 13 november 2020 en werd openbaar uitgesproken door raadsheer M.J. Kroeze.