ECLI:NL:HR:2020:1706

Hoge Raad

Datum uitspraak
30 oktober 2020
Publicatiedatum
29 oktober 2020
Zaaknummer
19/05446
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek faillietverklaring en pluraliteit van schuldeisers in het insolventierecht

In deze zaak heeft [verzoekster] B.V. cassatie ingesteld tegen het arrest van het gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft een verzoek tot faillietverklaring, waarbij de pluraliteit van schuldeisers en summierlijke blijken van (steun)vordering aan de orde zijn. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken van de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof Amsterdam, die relevant zijn voor het procesverloop. De advocaat-generaal M.L.C.C. Lückers heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarop de advocaat van [verzoekster] schriftelijk heeft gereageerd. Na beoordeling van de klachten over het arrest van het hof, heeft de Hoge Raad geoordeeld dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen op 30 oktober 2020.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer19/05446
Datum30 oktober 2020
Arrest
In de zaak van
[verzoekster] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
hierna: [verzoekster],
advocaat: J. den Hoed,
tegen
1. Maria Josepha COOLS,
2. Hendrik DULACK,
in hun hoedanigheid van curatoren in het faillissement van [A] B.V.,
beiden kantoorhoudende te Utrecht,
VERWEERDERS in cassatie,
hierna: de curatoren,
advocaat: T.T. van Zanten.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
het vonnis in de zaak C/13/19/319 F van de rechtbank Amsterdam van 26 september 2019;
het arrest in de zaak 200.267.115/01 van het gerechtshof Amsterdam van 22 november 2019.
[verzoekster] heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De curatoren hebben verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [verzoekster] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, T.H. Tanja-van den Broek en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op
30 oktober 2020.