Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste en het tweede cassatiemiddel
3.Beoordeling van het derde cassatiemiddel
4.Ambtshalve beoordeling van de uitspraak van het hof
5.Beslissing
16 oktober 2020.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een gewapende woningoverval op twee hoogbejaarde broers in Wijhe in 2014. De verdachte is beschuldigd van medeplegen van diefstal met geweld en medeplegen van (poging tot) zware mishandeling. De Hoge Raad behandelt het cassatieberoep van de verdachte, die door zijn advocaat A.A. Franken is ingesteld. De advocaat-generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend ten aanzien van de strafoplegging en de toepassing van vervangende hechtenis bij de schadevergoedingsmaatregel. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten over de uitspraak van het hof niet kunnen leiden tot vernietiging, maar dat het derde cassatiemiddel gegrond is. De redelijke termijn van artikel 6 lid 1 van het EVRM is overschreden, wat leidt tot een vermindering van de opgelegde gevangenisstraf van zes jaren en negen maanden. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het hof voor zover vervangende hechtenis is toegepast en vermindert de gevangenisstraf tot zes jaren en vijf maanden. Tevens wordt bepaald dat gijzeling van gelijke duur kan worden toegepast in plaats van vervangende hechtenis.