Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
4.Beslissing
27 oktober 2020.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 oktober 2020 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 7 mei 2019. De verdachte, geboren in 1973, was in hoger beroep veroordeeld voor belaging, vernieling van dakpannen en beschadiging van een dakraam door stenen te gooien, alsook voor smaadschrift gericht tegen zijn overburen. De advocaat van de verdachte, S.F.W. van 't Hullenaar, heeft cassatiemiddelen ingediend. De advocaat-generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar alleen voor zover het ging om de schadevergoedingsmaatregelen waarbij vervangende hechtenis was toegepast. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak, behalve voor de schadevergoedingsmaatregelen. De Hoge Raad heeft bepaald dat in plaats van vervangende hechtenis, gijzeling van gelijke duur kan worden toegepast, conform artikel 6:4:20 van het Wetboek van Strafvordering. De uitspraak van het hof is vernietigd voor zover het ging om de toepassing van vervangende hechtenis, en het beroep is voor het overige verworpen.