ECLI:NL:HR:2020:1570

Hoge Raad

Datum uitspraak
6 oktober 2020
Publicatiedatum
5 oktober 2020
Zaaknummer
19/04474
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over opzetheling en oplichting met betrekking tot vervangende hechtenis en gijzeling

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 oktober 2020 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 25 september 2019. De verdachte, geboren in 1986, had beroep ingesteld tegen de uitspraak van het hof. De advocaten S.A.H. Vromen en J.S. Nan hebben namens de verdachte een cassatiemiddel voorgesteld. De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar alleen voor zover het betreft de schadevergoedingsmaatregelen waarbij vervangende hechtenis was toegepast. De Hoge Raad heeft het cassatiemiddel beoordeeld en vastgesteld dat het slaagt. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het hof voor zover daarbij vervangende hechtenis is toegepast en bepaalt dat in plaats daarvan gijzeling van gelijke duur kan worden toegepast, conform artikel 6:4:20 van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad verwerpt het beroep voor het overige. Deze uitspraak is van belang voor de toepassing van vervangende hechtenis in combinatie met schadevergoedingsmaatregelen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer19/04474
Datum6 oktober 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 25 september 2019, nummer 22-004234-16, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben S.A.H. Vromen en J.S. Nan, beiden advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend voor zover bij de schadevergoedingsmaatregelen vervangende hechtenis is toegepast, en tot het bepalen dat telkens gijzeling van gelijke duur zal worden toegepast.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt over de vervangende hechtenis bij de opgelegde schadevergoedingsmaatregelen.
2.2
Het hof heeft de verdachte de verplichtingen opgelegd, kort gezegd, om aan de Staat ten behoeve van de in het arrest genoemde slachtoffers de in het arrest vermelde bedragen te betalen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door het in het arrest telkens genoemde aantal dagen hechtenis.
2.3
Het cassatiemiddel slaagt. De Hoge Raad zal de uitspraak van het hof vernietigen voor zover daarbij telkens vervangende hechtenis is toegepast, overeenkomstig hetgeen is beslist in HR 26 mei 2020, ECLI:NL:HR:2020:914.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof, maar uitsluitend voor zover bij de schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de in het arrest genoemde slachtoffers telkens vervangende hechtenis is toegepast;
- bepaalt dat met toepassing van artikel 6:4:20 van het Wetboek van Strafvordering telkens gijzeling van gelijke duur kan worden toegepast;
- verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
6 oktober 2020.