ECLI:NL:HR:2020:1569

Hoge Raad

Datum uitspraak
6 oktober 2020
Publicatiedatum
5 oktober 2020
Zaaknummer
19/04440
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over vervangende hechtenis bij schadevergoedingsmaatregelen in strafzaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 oktober 2020 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 18 september 2019. De verdachte, geboren in 1991, had beroep ingesteld tegen de opgelegde schadevergoedingsmaatregelen, waarbij vervangende hechtenis was toegepast. De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken concludeerde tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend voor zover de vervangende hechtenis was toegepast. De Hoge Raad heeft het cassatiemiddel beoordeeld en vastgesteld dat de vervangende hechtenis bij de schadevergoedingsmaatregelen niet in overeenstemming was met de wet. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd voor zover het betreft de vervangende hechtenis en bepaald dat in plaats daarvan gijzeling van gelijke duur kan worden toegepast, conform artikel 6:4:20 van het Wetboek van Strafvordering. Het beroep is voor het overige verworpen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer19/04440
Datum6 oktober 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 18 september 2019, nummer 20-001015-18, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1991,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben R.J. Baumgardt, P. van Dongen en S. van den Akker, allen advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend voor zover bij de schadevergoedingsmaatregelen vervangende hechtenis is toegepast, en tot het bepalen dat telkens gijzeling van gelijke duur zal worden toegepast.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt over de vervangende hechtenis bij de opgelegde schadevergoedingsmaatregelen.
2.2
Het hof heeft de verdachte de verplichtingen opgelegd, kort gezegd, om aan de Staat ten behoeve van de in het arrest genoemde slachtoffers de in het arrest vermelde bedragen te betalen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door het in het arrest telkens genoemde aantal dagen hechtenis.
2.3
Het cassatiemiddel slaagt. De Hoge Raad zal de uitspraak van het hof vernietigen voor zover daarbij telkens vervangende hechtenis is toegepast, overeenkomstig hetgeen is beslist in HR 26 mei 2020, ECLI:NL:HR:2020:914.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof, maar uitsluitend voor zover bij de schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de in het arrest genoemde slachtoffers telkens vervangende hechtenis is toegepast;
- bepaalt dat met toepassing van artikel 6:4:20 van het Wetboek van Strafvordering telkens gijzeling van gelijke duur kan worden toegepast;
- verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
6 oktober 2020.